‘Jongeren beginnen op latere leeftijd aan seks’

Dat blijkt uit een groot onderzoek Seks onder je 25ste 2017, dat werd uitgevoerd door het Kenniscentrum voor seksualiteit Rutgers en Soa Aids Nederland. Ze werkten samen met gemeentelijke gezondheidsdiensten.

De leeftijd waarop jongeren ervaring hebben met verschillende vormen van seks, zoals ‘de eerste keer’, ligt nu één tot anderhalf jaar later.

Een duidelijke verklaring voor de verschuiving hebben de onderzoekers niet. Ongeveer de helft van de jongeren die nog geen seks heeft gehad, zegt zichzelf te jong te vinden. Daarnaast wijzen de onderzoekers naar het drukke leven van jongeren met school en verplichtingen en de afleidingen die zij ervaren door sociale media (ondanks de vele datingapps).


Minder condooms

De onderzoekers noemen het zorgelijk dat ruim 40 procent van de jongeren geen condoom gebruikt bij een ‘onenightstand’. Bij de eerste keer seks gebruikt 70 procent van de jongeren een condoom, maar daarna neemt het gebruik sterk af. Als jongeren met een sekspartner stoppen met het gebruik ervan, zegt driekwart van de jongens en twee derde van de meisjes zich niet te hebben laten testen op geslachtsziekten (soa’s).

De belangrijkste redenen om geen condoom te gebruiken zijn het gebruik van andere anticonceptiemiddelen, het vertrouwen dat partners in elkaar hebben, of dat het minder lekker is.


Maatschappelijke ontwikkelingen

De onderzoekers noemen het opvallend dat 12 procent van de meisjes en 13 procent van de jongens wel eens een naaktfoto of seksfilmpje van zichzelf naar iemand anders heeft gestuurd in het afgelopen halfjaar. Dat is veel meer dan in 2012: toen was dat nog respectievelijk 4 en 6 procent.

Op andere vlakken noemt Rutgers een aantal positieve ontwikkelingen. Zo is het aantal jongeren dat ooit gedwongen is om iets te doen op seksueel gebied, iets afgenomen. Ook is het aantal jongeren dat uitingen van homoseksualiteit afkeurt sterk gedaald. Vijf jaar geleden keurde de helft van de jongens en een kwart van de meisjes het af als twee jongens elkaar zoenen op straat. In 2017 is dat percentage vrijwel gehalveerd naar 27 procent van de jongens en 13 procent van de meisjes.

Het onderzoek werd uitgevoerd onder ruim twintigduizend jongeren. Het is de derde keer dat een dergelijk onderzoek werd uitgevoerd; de eerste keer was in 2005.

RIVM waarschuwt voor ‘matige smog’ in zuiden Nederland

De smog ontstaat bij grote hoeveelheden verontreinigende stoffen in de lucht. Vooral als er weinig of geen wind staat, zoals nu, kunnen mensen er last van hebben.

Voorkomende klachten zijn irritatie van ogen, neus en keel, hoesten en kortademigheid. Wie gevoelig is voor smog krijgt van het instituut het advies met name in de vroege avonduren thuis te blijven.

“Raadpleeg bij klachten die niet meteen verklaarbaar zijn de huisarts of GGD”, raadt het RIVM mensen in het zuiden van het land aan. Het instituut hanteert de term “matige smog”.

‘Geen richtlijnen maar goede zorg moet centraal staan’

Dat schrijft de raad vandaag in het advies “Zonder context geen bewijs – de illusie van evidence-based practice”. Volgens raadslid Jan Kremer is goede zorg vooral een kwestie van hart en ziel, en niet alleen van verstand.

In het Nederlands Dagblad geeft Kremer de kankerzorg als voorbeeld. “Wat als een tachtigjarige patiënt liever een kortere tijd leeft zonder behandelingen? Dan zegt het wetenschappelijk bewijs dat een chemo goede zorg is, terwijl dat voor die patiënt anders ligt. We werken met mensen, niet alleen met lijstjes.”

Er zijn drie verschillende niveaus waarop deze nieuwe manier van onderzoek gevolgen voor heeft, aldus de RVS: landelijk, lokaal en in de spreekkamer. “Medische besluitvorming in die praktijk is gebaseerd op het verbinden van verschillende kennisbronnen, zoals verhalen, ervaringen, lokale data en nog steeds bewijs.”


Knellende richtlijnen

Omdat deze manier van werken volgens de raad ook invloed heeft op het leerproces, moet er vanuit de betaling in de zorg “meer vertrouwen in de afweging die professional en patiënt met elkaar maken en minder controle op strikte naleving van knellende richtlijnen”.

Maandagavond houdt de RVS in Domus Medica in Utrecht een symposium over dit advies. Tijdens het symposium wordt het advies aangeboden aan Marcel Daniëls (voorzitter Federatie Medisch Specialisten) en Henk Smid (directeur ZonMw).

Nieuw internetplatform informeert patiënten over behandeling paramedicus

Minister Edith Schippers van Volksgezondheid hoopt dat patiënten daardoor beter kunnen kiezen voor een zorgverlener.

Schippers heeft met de patiënten, de zorgverzekeraars en de zogeheten paramedici zelf afgesproken dat patiënten op het internetplatform informatie kunnen vinden over hun aandoening en wat paramedici daaraan kunnen doen.

Deze zorgverleners, waar ook ergotherapeuten, huidtherapeuten, logopedisten en oefentherapeuten bij horen, gaan hun behandelingen voortaan beter op elkaar afstemmen en omschrijven. Daardoor kunnen zorgverzekeraars beter vergelijken en bepalen wie waar voor zijn geld levert.

“Gezondheidszorg gaat tegenwoordig niet alleen meer om het genezen van aandoeningen, maar steeds meer om zo gezond mogelijk te leven. Paramedici spelen daarin een belangrijke rol”, aldus Schippers.

‘Mondkapje tegen luchtwegirritatie is in Nederland meestal niet nodig’

Dat schrijft de Volkskrant. Kno-arts Rob van der Hulst laat  in een reactie aan de krant weten dat de luchtkwaliteit in Nederland veel beter is dan in China.

“Wellicht hebben sommige mensen met gevoelige luchtwegen wat irritaties. Maar mensen die het in de gemiddelde Nederlandse atmosfeer echt acuut benauwd krijgen door fijnstof zijn er nauwelijks.”

De concentratie aan fijnstof in Nederland wisselt tussen de 15 en 20 microgram per kubieke meter. “Dat is ruim onder de norm van 25 microgram van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Ter vergelijking: in Chinese steden als Shanghai en Peking kwam het jaargemiddelde vorig jaar uit op 60 à 70 microgram per kubieke meter.”


Infecties voorkomen

Het dragen van een mondkapje om infecties te voorkomen kan in Nederland wel nuttig zijn, bijvoorbeeld in een drukke omgeving, denkt Van der Hulst. “De lucht in vliegtuigcabines is vaak erg droog. Daardoor drogen je slijmvliezen uit en worden ze gevoeliger voor infecties. En vliegtuigen worden steeds voller, dus je zit steeds met meer snotterende mensen in een kleine ruimte.”

Ook voor hooikoortspatiënten zou een mondkapje de klachten kunnen verlichten, denkt de kno-arts. “Het kapje houdt ook pollen tegen.”