Ken van Barbie komt in meerdere uitvoeringen

Speelgoedfabrikant Mattel kondigde de komst van vijftien verschillende Kens dinsdag aan. De poppen hebben zeven verschillende tinten huid en negen verschillende kapsels. Daarnaast zijn er qua postuur drie varianten.

Eerder deed Mattel bij Barbie al hetzelfde, waarbij er een kleinere en een iets stevigere pop dan de tengere Barbie te koop kwam. Ken, de trouwe vriend van Barbie, is 56 jaar nadat hij werd geïntroduceerd aan de beurt.

In 1981 volgde al een Afro-Amerikaanse variant van Ken. Daarnaast kwam twaalf jaar later ‘Earring Magic Ken’ op de markt. Deze pop was een grote hit onder homoseksuele mannen.


Eind 2017

De introductie van de variëteit aan Ken-poppen volgt op de dalende verkoop van Barbie-poppen wereldwijd, onder meer door gestegen concurrentie van andere poppen en speelgoed. De vijftien Ken-poppen moeten eind dit jaar in de winkels liggen.

Ministerie stelt 2,5 miljoen euro beschikbaar voor aanpak ziekte van Lyme

Het geld is bestemd voor het Nationaal Lymeziekte-expertisecentrum, waarin de Nederlandse vereniging voor Lymepatiënten (NVLP), het Radboudumc, het Academisch Medisch Centrum (AMC) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) samenwerken. Zij leggen zich onder meer toe op betere testen, zodat sneller de juiste diagnose kan worden gesteld.

Teken die de ziekte van Lyme veroorzaken, vormen een toenemende plaag voor de volksgezondheid. De spinachtige beestjes vind je in of op bomen, struiken, hoog gras of dode bladeren. De teken laven zich graag aan menselijk bloed door zich te nestelen nabij liezen, knieholtes, oksels, bilspleten, achter oren en rond haargrenzen.

Jaarlijks worden circa 1,3 miljoen mensen gebeten. Ruim één op de vijf tekenbeten loopt men op in stedelijk gebied, stelde het RIVM onlangs vast. Bij ongeveer 25.000 mensen wordt de ziekte van Lyme vastgesteld. Een stijgend aantal patiënten, zo’n duizend tot 2500 mensen, ervaart langdurige klachten. Onder hen heerst onvrede over diagnostiek en behandeling.


Handtekeningen

De Nederlandse Vereniging voor Lymepatiënten bood de Tweede Kamer ruim 70.000 handtekeningen aan met de oproep tot maatregelen. Na aanbevelingen door de Gezondheidsraad werd aangestuurd op de oprichting van het Nederlands Lymeziekte-expertisecentrum, waar kennis en onderzoek worden gebundeld.

‘Verband tussen zwangerschapsvergiftiging en DNA baby’s’

Dat blijkt uit nieuw internationaal onderzoek, uitgevoerd door genetica-experts uit het Verenigd Koninkrijk, Scandinavië en Centraal-Azië, dat is gepubliceerd in Nature Genetics

Pre-eclampsie of zwangerschapsvergiftiging, een combinatie van een te hoge bloeddruk en eiwitverlies via de urine, treedt op in 5 procent van alle zwangerschappen. De aandoening kan ernstige complicaties veroorzaken en in sommige gevallen zelfs fataal zijn.

Bij de vijfjarige studie die nu is uitgevoerd, werd het genetisch materiaal van 4.380 baby’s bekeken wiens moeder zwangerschapsvergiftiging had. Hun DNA werd vergeleken met het DNA van meer dan 300.000 gezonde personen.

Een bepaald soort eiwit genaamd sFit-1 zou volgens de onderzoekers een verklaring kunnen zijn van het wel of niet optreden van de vergiftiging. Tijdens het onderzoek werden significante verschillen gevonden van de aanwezigheid van dit eiwit bij ongeboren kinderen die wel of niet een moeder met zwangerschapsvergiftiging hadden gehad.   


Placenta

Eerdere studies naar pre-eclampsie waren volgens onderzoeker Linda Morgan lastig omdat de aandoening zich voordoet tijdens de vorming van de placenta. Een nieuwe onderzoeksmethode, GWAS genaamd, stelde de onderzoekers nu echter in staat om “te kijken naar aanwijzingen in het DNA van de moeder, vader en baby”. 

Eerder werd GWAS-onderzoek naar pre-eclampsie gedaan, maar daarbij werd enkel gekeken naar het DNA van de moeder. Volgens Morgan is dit het eerste genenonderzoek naar zwangerschapsvergiftiging dat zich richtte op het DNA van de baby.

“Pre-eclampsie wordt al sinds het oude Egypte gezien als een gevaar voor moeder en baby”, zegt onderzoeker Ralph McGinnis tegen Science Daily. “Dit eerste stuk van de genetische puzzel is veelbelovend voor later onderzoek over het ontstaan ervan.”

Littekenbreuk na buikoperatie beter te voorkomen door chirurgisch matje

Dat concluderen onderzoekers van Erasmus MC, die drie behandelmethoden vergeleken, in The Lancet.

Een littekenbreuk komt voor bij 10 tot 35 procent van de patiënten die openbuikchirurgie hebben ondergaan. In de meeste gevallen is een nieuwe operatie dan noodzakelijk.

Het sluiten van de buik kan op verschillende manieren: met hechtingen, met een chirurgisch matje onder het spierweefsel (sublay mesh) en met een matje tussen het spierweefsel en de huid (onlay mesh). Uit het onderzoek, dat werd uitgevoerd in elf ziekenhuizen in Nederland, Duitsland en Oostenrijk, blijkt die laatste methode het meest effectief.

Aan het onderzoek deden 480 patiënten mee. Van hen werden 107 personen gehecht, kregen 188 personen een sublay mesh en 185 personen een onlay mesh. Van de 92 personen die last kregen van een littekenbreuk was 30 procent gehecht, had 18 procent een sublay mesh en 13 procent een onlay mesh.

“De conclusie van het onderzoek heeft verstrekkende gevolgen”, zegt onderzoeker Hans Jeekel. “Zo zijn we nu in staat een Europese richtlijn te maken voor de preventie van littekenbreuken. Implementatie van deze preventieve methode zal de kosten van de zorg drastisch reduceren omdat heroperaties met alle kosten van dien voorkomen kunnen worden.”

Modeontwerpster Carla Fendi overleden (79)

Fendi was een van de vijf zussen die samen met haar ouders een kleine leerwinkel omtoverden tot een internationaal modemerk dat onder andere bekend is van de ‘baguette bag’, een tasje dat duizenden euro’s kost. 

Waar andere familieleden zich bezighielden met de creatieve kant van het bedrijf, richtte Carla Fendi zich op de promotie van het merk met als logo twee F’s, dat ook wel de zucca-print wordt genoemd. Een van de F’s stond rechtop, de ander staat ondersteboven. 

Het logo werd in de jaren zestig door Karl Lagerfeld ontworpen toen hij voor het bedrijf ging werken. Niet lang daarna produceerde Lagerfeld de eerste kledinglijn bij het Modehuis Fendi. Het modehuis werd meerdere keren aangeklaagd door milieuactivisten, omdat Fendi gebruik maakte van bont.

Persoonlijke medicatie volgens RIVM lastig toepasbaar

Dat concludeert het RIVM in een dinsdag verschenen onderzoek.

De aandacht voor op maat gemaakte medicijnen neemt sterk toe in de medische wereld. Dat komt omdat het steeds duidelijker wordt dat veel factoren samen bepalen of iemand goed reageert op een medicijn of niet. 

“Eerst moet gefundeerd worden aangetoond dat therapie op maat nuttig is en moeten artsen daarvan worden overtuigd”, aldus het RIVM. Daarbij is er volgens het instituut nog veel onduidelijk over regelgeving en richtlijnen rond gepersonaliseerde medicijnen.


Op maat

Met op maat gemaakte geneesmiddelen worden patiënten behandeld op basis van hun persoonlijke kenmerken, zoals erfelijke eigenschappen. Sommigen hebben door die eigenschappen een grotere kans op ernstige bijwerkingen van bepaalde medicijnen.

Anderen zijn veel gevoeliger voor een medicijn en hebben daardoor een andere dosis nodig. “De mogelijkheden zijn er, maar in de praktijk loopt het nog niet zo’n vaart”, aldus het RIVM.

Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid. Het RIVM pleit onder andere voor meer onderzoek naar de effectiviteit van op maat gesneden geneesmiddelen.

Persoonlijke factoren mede bepalend voor gevolgen licht hersenletsel

Dat blijkt uit onderzoek onder 910 patiënten in de periode van januari 2013 tot januari 2015 van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG), het Elisabeth-TweeSteden ziekenhuis in Tilburg en Medisch Spectrum Twente. Het onderzoek vond plaats onder leiding van neuroloog Joukje van der Naalt en neuropsycholoog Joke Spikman en werd mede tot stand gebracht door de Nederlandse Hersenstichting.

Tijdens het onderzoek dat gepubliceerd is in Lancet Neurology probeerden de onderzoekers van te voren te bepalen welke patiënten het grootste risico hadden op niet-volledig herstel. Twee weken na een ongeval stelden de onderzoekers bij patiënten met licht hersenletsel vast welke klachten zij hadden. Ook werd gevraagd naar hun stemming. Deze gegevens werden gecombineerd met demografische gegevens. Na zes maanden werd opnieuw vastgesteld welke patiënten niet volledig hersteld waren.

Hersenletsel veroorzaakt door een ongeval komt veel voor en de meeste patiënten lopen na een ongeval licht hersenletsel op. Veel patiënten herstellen niet volledig en houden langdurige klachten die hun dagelijks functioneren beïnvloeden.Volgens de onderzoekers blijkt niet alleen de ernst van het ongeval, maar ook de persoonsgebonden factoren belangrijk factoren te zijn die het herstel bepalen zes maanden na het ongeval.


Gevolgen

Een van de factoren die van invloed is op het herstel is het kunnen omgaan met de gevolgen van het hersenletsel, de leeftijd, opleiding en eventuele psychische problemen voor het ongeval. De persoonlijke factoren van het slachtoffer kunnen volgens de onderzoekers vroeg na het ongeval worden vastgesteld, waardoor de juiste therapie en begeleiding te bepalen is.

Uit het onderzoek blijkt dat het identificeren van patiënten met een hoger risico op niet-volledig herstel kan gebeuren op de spoedeisende hulp van het ziekenhuis, maar het is nauwkeuriger in de eerste weken na het ongeval. Dan kunnen de verschillende risicofactoren in kaart worden gebracht via een gesprek of vragenlijst.

‘Inspectie heeft moeite met bijbenen aantal zorginstellingen voor jongeren’

Dat schrijft Trouw. In 2014 had de inspectie nog te maken met 120 grote instellingen, maar inmiddels gaat het om zo’n 3.000 instellingen.

Voor het particuliere zorgaanbod geldt geen verplichte registratie, waardoor de inspectie niet precies weet hoeveel kleine aanbieders er zijn. Als ze wel worden aangemeld, krijgen instellingen een uitgebreide vragenlijst toegestuurd. Als de inspectie het nodig vindt, volgt daarna een bezoek.

In de afgelopen maanden werden 26 aanbieders bezocht, waarvan er zes niet aan belangrijke eisen voldeden. Zo konden niet alle behandelaars goed inschatten welke specialistische zorg een kind nodig had.

Volgens senior inspecteur Hans Jagers moet bij instellingen minstens één hbo-geschoolde professional werken die geregistreerd is bij de stichting kwaliteitsregister jeugd. “Er moet iemand in huis zijn die risicovolle situaties kan inschatten.”

Jongeren beginnen op latere leeftijd aan seks dan voorheen

Dat blijkt uit een groot onderzoek Seks onder je 25ste 2017, dat werd uitgevoerd door het Kenniscentrum voor seksualiteit Rutgers en Soa Aids Nederland. Ze werkten samen met gemeentelijke gezondheidsdiensten.

De leeftijd waarop jongeren ervaring hebben met verschillende vormen van seks, zoals ‘de eerste keer’, ligt nu één tot anderhalf jaar later.

Een duidelijke verklaring voor de verschuiving hebben de onderzoekers niet. Ongeveer de helft van de jongeren die nog geen seks heeft gehad, zegt zichzelf te jong te vinden. Daarnaast wijzen de onderzoekers naar het drukke leven van jongeren met school en verplichtingen en de afleidingen die zij ervaren door sociale media (ondanks de vele datingapps).


Minder condooms

De onderzoekers noemen het zorgelijk dat ruim 40 procent van de jongeren geen condoom gebruikt bij een ‘onenightstand’. Bij de eerste keer seks gebruikt 70 procent van de jongeren een condoom, maar daarna neemt het gebruik sterk af. Als jongeren met een sekspartner stoppen met het gebruik ervan, zegt driekwart van de jongens en twee derde van de meisjes zich niet te hebben laten testen op geslachtsziekten (soa’s).

De belangrijkste redenen om geen condoom te gebruiken zijn het gebruik van andere anticonceptiemiddelen, het vertrouwen dat partners in elkaar hebben, of dat het minder lekker is.


Maatschappelijke ontwikkelingen

De onderzoekers noemen het opvallend dat 12 procent van de meisjes en 13 procent van de jongens wel eens een naaktfoto of seksfilmpje van zichzelf naar iemand anders heeft gestuurd in het afgelopen halfjaar. Dat is veel meer dan in 2012: toen was dat nog respectievelijk 4 en 6 procent.

Op andere vlakken noemt Rutgers een aantal positieve ontwikkelingen. Zo is het aantal jongeren dat ooit gedwongen is om iets te doen op seksueel gebied, iets afgenomen. Ook is het aantal jongeren dat uitingen van homoseksualiteit afkeurt sterk gedaald. Vijf jaar geleden keurde de helft van de jongens en een kwart van de meisjes het af als twee jongens elkaar zoenen op straat. In 2017 is dat percentage vrijwel gehalveerd naar 27 procent van de jongens en 13 procent van de meisjes.

Het onderzoek werd uitgevoerd onder ruim twintigduizend jongeren. Het is de derde keer dat een dergelijk onderzoek werd uitgevoerd; de eerste keer was in 2005.

RIVM waarschuwt voor ‘matige smog’ in zuiden Nederland

De smog ontstaat bij grote hoeveelheden verontreinigende stoffen in de lucht. Vooral als er weinig of geen wind staat, zoals nu, kunnen mensen er last van hebben.

Voorkomende klachten zijn irritatie van ogen, neus en keel, hoesten en kortademigheid. Wie gevoelig is voor smog krijgt van het instituut het advies met name in de vroege avonduren thuis te blijven.

“Raadpleeg bij klachten die niet meteen verklaarbaar zijn de huisarts of GGD”, raadt het RIVM mensen in het zuiden van het land aan. Het instituut hanteert de term “matige smog”.