‘Geen richtlijnen maar goede zorg moet centraal staan’

Dat schrijft de raad vandaag in het advies “Zonder context geen bewijs – de illusie van evidence-based practice”. Volgens raadslid Jan Kremer is goede zorg vooral een kwestie van hart en ziel, en niet alleen van verstand.

In het Nederlands Dagblad geeft Kremer de kankerzorg als voorbeeld. “Wat als een tachtigjarige patiënt liever een kortere tijd leeft zonder behandelingen? Dan zegt het wetenschappelijk bewijs dat een chemo goede zorg is, terwijl dat voor die patiënt anders ligt. We werken met mensen, niet alleen met lijstjes.”

Er zijn drie verschillende niveaus waarop deze nieuwe manier van onderzoek gevolgen voor heeft, aldus de RVS: landelijk, lokaal en in de spreekkamer. “Medische besluitvorming in die praktijk is gebaseerd op het verbinden van verschillende kennisbronnen, zoals verhalen, ervaringen, lokale data en nog steeds bewijs.”


Knellende richtlijnen

Omdat deze manier van werken volgens de raad ook invloed heeft op het leerproces, moet er vanuit de betaling in de zorg “meer vertrouwen in de afweging die professional en patiënt met elkaar maken en minder controle op strikte naleving van knellende richtlijnen”.

Maandagavond houdt de RVS in Domus Medica in Utrecht een symposium over dit advies. Tijdens het symposium wordt het advies aangeboden aan Marcel Daniëls (voorzitter Federatie Medisch Specialisten) en Henk Smid (directeur ZonMw).

Nieuw internetplatform informeert patiënten over behandeling paramedicus

Minister Edith Schippers van Volksgezondheid hoopt dat patiënten daardoor beter kunnen kiezen voor een zorgverlener.

Schippers heeft met de patiënten, de zorgverzekeraars en de zogeheten paramedici zelf afgesproken dat patiënten op het internetplatform informatie kunnen vinden over hun aandoening en wat paramedici daaraan kunnen doen.

Deze zorgverleners, waar ook ergotherapeuten, huidtherapeuten, logopedisten en oefentherapeuten bij horen, gaan hun behandelingen voortaan beter op elkaar afstemmen en omschrijven. Daardoor kunnen zorgverzekeraars beter vergelijken en bepalen wie waar voor zijn geld levert.

“Gezondheidszorg gaat tegenwoordig niet alleen meer om het genezen van aandoeningen, maar steeds meer om zo gezond mogelijk te leven. Paramedici spelen daarin een belangrijke rol”, aldus Schippers.

‘Mondkapje tegen luchtwegirritatie is in Nederland meestal niet nodig’

Dat schrijft de Volkskrant. Kno-arts Rob van der Hulst laat  in een reactie aan de krant weten dat de luchtkwaliteit in Nederland veel beter is dan in China.

“Wellicht hebben sommige mensen met gevoelige luchtwegen wat irritaties. Maar mensen die het in de gemiddelde Nederlandse atmosfeer echt acuut benauwd krijgen door fijnstof zijn er nauwelijks.”

De concentratie aan fijnstof in Nederland wisselt tussen de 15 en 20 microgram per kubieke meter. “Dat is ruim onder de norm van 25 microgram van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Ter vergelijking: in Chinese steden als Shanghai en Peking kwam het jaargemiddelde vorig jaar uit op 60 à 70 microgram per kubieke meter.”


Infecties voorkomen

Het dragen van een mondkapje om infecties te voorkomen kan in Nederland wel nuttig zijn, bijvoorbeeld in een drukke omgeving, denkt Van der Hulst. “De lucht in vliegtuigcabines is vaak erg droog. Daardoor drogen je slijmvliezen uit en worden ze gevoeliger voor infecties. En vliegtuigen worden steeds voller, dus je zit steeds met meer snotterende mensen in een kleine ruimte.”

Ook voor hooikoortspatiënten zou een mondkapje de klachten kunnen verlichten, denkt de kno-arts. “Het kapje houdt ook pollen tegen.”

‘Geen richtlijnen maar goede zorg moet centraal staan’

De raad wil met dit advies toewerken naar een nieuw uitgangspunt voor goede zorg. ​Het accent ligt nu te veel op verantwoording, standaarden, transparantie en controle. Dat pakt niet goed uit voor de persoonlijke zorg voor de patiënt.

Volgens Jan Kremer van de RVS is goede zorg “vooral een kwestie van hart en ziel en niet alleen van verstand. Eenduidig wetenschappelijk bewijs doet onvoldoende recht aan het morele en persoonlijke karakter van goede zorg.”

De raad wil op alle niveaus in de zorgsector af van het afrekenen op uniform bewijs, dus ook in de spreekkamer tijdens het gesprek met de patiënt. Het moet gaan om de context van de patiënt en de te verlenen zorg.


Vertrouwen

Dat betekent dat de zorgverzekeraars bij de betaling meer vertrouwen moeten krijgen in de afspraken die de zorgverleners maken met de patiënt. Dat betekent ook “minder controle op de strikte naleving van knellende richtlijnen”, aldus de RVS.

Pakketje niet bezorgd? Dit kun je doen

PostNL, dat in Nederland de universele postdienst uitvoert, bezorgde vorig jaar 177 miljoen pakketten (zowel zakelijk als niet-zakelijk). 

Helaas gaat het met de bezorging van die pakketten niet altijd goed. Wat doe je in zo’n geval? NU.nl ging te rade bij Pauline Gras van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en Tahira Limon van PostNL.

Je doet een bestelling, maar die komt nooit aan. Wat dan? 

ACM: “Als je iets koopt via een webwinkel, blijft de verkoper verantwoordelijk voor een juiste aflevering. Bij bestellingen bij een webshop regelt de webshop vaak het vervoer met de post-of pakketvervoerder.  Vaak zal het dan om partijenpost gaan. Die valt niet onder de universele postdienst. PostNL is als enige postbedrijf in Nederland verantwoordelijk voor het uitvoeren van dit basispakket.”

Als je als consument iets bij een particulier bestelt, geldt in principe hetzelfde. “Er kunnen ook andere afspraken gemaakt worden”, aldus Gras. “Bijvoorbeeld dat de verzending op risico van de koper gebeurt.”

Ook het wel of niet aangetekend versturen van een pakket maakt verschil, hoewel het voor de consument in principe niet uitmaakt of een verkoper iets wel of niet aangetekend verstuurt.

“De verkoper die verzendt, sluit een overeenkomst met de postbezorger”, legt Gras uit. “Als er iets misgaat, kan de verkoper (en dus niet de ontvanger/koper) de postbezorger aansprakelijk stellen.

Als een pakket niet aangetekend wordt verstuurd, is het voor de verkoper lastig om de postbezorger aansprakelijk te stellen: er ontbreekt immers bewijs dat het poststuk niet is bezorgd.

Ook is aansprakelijkheid voor de postbezorging bij een normale zending vaak uitgesloten, wat betekent dat er geen schadevergoeding wordt uitgekeerd aan de verkoper. Voor de consument maakt het in principe niet uit of de verkoper een pakket wel of niet aangetekend verstuurt: hij de verkoper (bij een consumentenkoop) altijd aanspreken als er niet geleverd is.”

PostNL: “Een consument kan altijd aankloppen bij PostNL, maar in principe doet een consument een aankoop bij een webshop”, vertelt Limon. “Het is dus altijd goed om contact op te nemen bij de online winkel waar je je aankoop hebt gedaan.”

Als er een klacht binnenkomt, wordt bij PostNL een onderzoek ingesteld om te achterhalen wat er met een pakket gebeurd kan zijn. “Via onze systemen proberen we de benodigde informatie te achterhalen en in de meeste gevallen komt een pakket weer boven water.”

PostNL adviseert verder om rond te vragen bij huisgenoten en/of buren. “Pakketten kunnen aan anderen overhandigd worden”, aldus Limon. “De bezorger doet dan een kennisgeving in de brievenbus, maar dit raakt weleens kwijt.”

Je blijft thuis omdat een pakketje wordt bezorgd, maar vindt later een briefje in de brievenbus omdat je volgens de bezorger niet thuis was. 

ACM: “Je kunt hierover klagen bij de postbezorger en de verkoper of webshop”, zegt Gras. “De verkoper of webshop kan de postbezorger weer aanspreken op dit gedrag.”

Jouw pakket is afgeleverd bij de buurman, maar die is vervolgens onbereikbaar. 

ACM: “Als je vooraf niet expliciet toestemming hebt gegeven om het pakket elders te laten bezorgen, kun je als consument terug naar de webwinkel of verkoper omdat er niet afgeleverd is.

Je kunt in het uiterste geval na dertig dagen na het sluiten van de overeenkomst ontbinden (op grond van niet levering) en jouw geld terugvragen bij de webwinkel. Als je wel expliciet toestemming hebt gegeven, heb je een civielrechtelijke kwestie met de buurman.”

Nadat je een paar keer niet hebt opengedaan, is jouw pakket teruggestuurd. 

ACM: “Voor PostNL geldt dat onbestelbare poststukken die onder de universele postdienst vallen, in principe worden teruggegeven aan de afzender. De algemene voorwaarden van PostNL bevatten regels over onbestelbare poststukken.

In andere gevallen en bij andere postvervoerbedrijven hangt het af van de overeenkomst die is gesloten en wat erover is bepaald in de algemene voorwaarden.”

Het afhaalpunt waar je je pakket kunt ophalen, is erg ver weg. 

ACM: “Over het algemeen gelden er geen specifieke regels voor de afstand tot een afhaalpunt”, zegt Gras. “Het hangt af van de overeenkomst die is gesloten en wat er in de algemene voorwaarden is geregeld.

Voor PostNL gelden als aanbieder van de universele postdienst wel bepaalde regels over de spreiding van de dienstverleningspunten.”

De inhoud van je pakket is beschadigd. 

ACM: “De consument kan de verkoper hierop aanspreken omdat het product niet beantwoordt aan de overeenkomst. Dat laat onverlet dat je ook een beroep kunt doen op jouw wettelijke bedenktijd. Dat moet dan wel uiterlijk veertien dagen na levering gebeuren.”

PostNL: “Wij nemen elke klacht in behandeling en onderzoeken wat er is gebeurd. Als het gaat om de afhandeling van een beschadigd pakket, dan betreft dit de aankoopvoorwaarden. Als consument doe je jouw aankoop bij een webshop, die kan je daar meer over vertellen.”

Zo combineer je haring: uitje bij de vis is ‘barbaars’

Volgens haringkenner Huib Stam, die onder meer een boek over de vis schreef, kan een uitje beter achterwege worden gelaten om de smaak van de haring optimaal te kunnen beleven. “Het aroma van haring is delicaat. Met een snippertje ui gaat de specifieke smaak verloren.”

“Ui werd vroeger bij de haring geserveerd om de bederfsmaak te maskeren. Toen bestonden er nog geen koelkasten. We zijn het inmiddels gewend, maar eigenlijk vind ik het barbaars om ui bij de haring te eten. Hoewel de smaken wel goed bij elkaar passen: het sterke van de ui past bij haring. Ik vind het ook niet erg om te eten, maar je mist dan wel de typische smaak van de vis. Dus mijn tip: laat de ui weg bij de haring, als een eerbetoon aan de traditie.”

Miranda Bernáth van restaurant De Nieuwe Koningin in Haarlem, waar nu meerdere gerechten met de vis geserveerd worden, eet de haring juist liever wel met wat ui. “Smaken verschillen natuurlijk, maar ik eet ‘m liever niet ‘puur’.”


Oudemensenproduct

Hollandse Nieuwe heeft volgens Stam geen trendy imago. “Het is toch meer een oudemensenproduct. Haring is uniek, ik ken geen product dat er op lijkt.”

Toch merkt hij wel een link op tussen haring en een huidige culinaire trend: fermentatie. “Haring is namelijk een licht gefermenteerde vis. De vis wordt gevangen, gekaakt (waarbij een deel van de ingewanden en de kieuwen weggesneden worden, red.) en ingezouten. Dit laat je een etmaal staan. Het ‘vlees’ van de vis bederft en enzymwerking treedt in en dus ook de fermentatie. Dit proces stopt wanneer je de vis invriest.”

De fermentatie zorgt voor de kenmerkende smaak van haring. “Die herken je echt aan een diepe, ziltige, bouillonerige umami-smaak”, stelt Stam. “Een hele specifieke smaak”, zegt Bernáth. “Je lust het, of je lust het niet.”

“De smaak van haring is heel kwetsbaar. De vis is gevoelig voor temperatuurverandering. Hij smaakt het best vers schoongemaakt door de visboer, dat maakt het daardoor een onhandelbaar product”, zegt Stam. “Haring uit de supermarkt is minder vers en kun je daarom niet beschouwen als dezelfde delicatesse als haring van de visboer.” Bernáth vindt de haring uit de supermarkt prima voor thuis. “Ik heb nog nooit gehad na het eten van een supermarktharing: dat eet ik nooit meer”, vindt ze. “Maar bij de visboer speelt de beleving natuurlijk een hele grote rol.” 


Lastig

Het unieke karakter van haringaroma zorgt er volgens de haringkenner voor dat de vis lastig te combineren is met andere producten. “Zo past er bijvoorbeeld niet een specifieke wijn bij haring. Als ik een wijn zou moeten uitkiezen, dan is het een sherry of een wijn met een minerale, kiezelige smaak, of een korenwijn. Wodka past ook bij haring, maar dat past bijna overal wel bij natuurlijk.”

“Het is inderdaad niet makkelijk maar echt wel mogelijk om een passende wijn bij haring te vinden”, zegt Bernáth. “Een witte wijn, zeewindfris, laag in alcohol en met een lichte sprankeling, bijvoorbeeld een Grüner Veltliner of een Vinho Verde. Die zijn heerlijk en erg verfrissend door de piepkleine belletjes en lichte tinteling.”

Als haring dan toch gecombineerd moet worden met een gerecht, dan raadt Stam een zelfgemaakte aardappelsalade aan. “Met wat lenteui, azijn, kruiden als dille en peterselie en een zurige vinaigrette en wat mosterd.”

Bernáth serveert elke dag daggerechtjes buiten de kaart om. Dat zijn gerechtjes buiten het seizoen, waaronder de Hollandse Nieuwe. “De haring komt elk seizoen weer terug, net als asperges. Het maakt mensen blij dat de vis er weer is, het voelt als een feestje.”

De vis is bovendien zeer gezond. Haring bevat veel kalium, fosfor, vitamine D, -B2 en -B6. Het Voedingscentrum adviseert om eenmaal per week bij voorkeur vette vis te eten. Onder meer haring wordt hierbij genoemd als goede keuze.

De haring wordt dagvers geleverd aan het restaurant. “We nemen de haring zoals ‘ie is, daar wordt dan onze creativiteit op losgelaten. De haring wordt zo rauw en vers mogelijk bereid. Bijvoorbeeld als tartaar, of met een rode bieten-pesto, het zoete daarvan combineert goed met de ziltige haring. Of in een soep met tuinerwten. Met dit soort gerechten proberen we mensen op een idee te brengen.”


Sushi

Voor haringliefhebbers die eens wat anders willen dan de vis op een broodje, heeft ze wat tips paraat. “Je kunt haringtartaar makkelijk zelf maken, door ‘m fijn te snijden. Door middel van een stekertje maak je gemakkelijk een mooi rondje haring op het bord, dat ziet er gelijk al mooi strak uit.”

“En je kunt de haring op roggebrood doen. Het zure van dit brood sluit goed bij de vis aan. Een wit bolletje is zonde van de haring. Je kunt ook een frisse salsa maken van augurk, ui en tomaat en die bij de vis serveren, heel lekker. Je krijgt dan weer een andere haring zoals je ‘m al kent. Thuis wordt haring toch vaak op de geijkte manier gegeten, maar je kunt er zo veel meer mee variëren.”   

Ook merken Bernáth en de chef in haar restaurant op dat haring vaker opduikt bij sushi. “Dat vinden mensen vaak verrassend. Lekker met wat mierikswortel en radijs.”

Video: Hoe herken je een beroerte?

Beste bezoeker,

Wij zien dat u een adblocker gebruikt waardoor u alleen advertenties ziet die door uw adblocker worden goedgekeurd.
Dit vinden wij jammer, want NU.nl is mede dankzij onze advertenties gratis toegankelijk. Wilt u een uitzondering maken voor NU.nl,
of meer lezen over hoe wij met advertenties omgaan?
Klik dan hier.

‘Heropname ziekenhuis kan eenvoudig voorkomen worden’

Dat blijkt uit een promotieonderzoek van Louise van Galen van het VUmc. Een op de tien patiënten, vooral 70-plussers, ligt na ontslag binnen dertig dagen weer in het ziekenhuis, met volle ziekenhuizen als gevolg. 

Jaarlijks worden er 1,7 miljoen Nederlanders in het ziekenhuis opgenomen, waarvan 10 procent binnen een maand na ontslag weer terugkeert. “Door betere communicatie aan het bed denken wij dat circa 50 procent van deze heropnames voorkomen kan worden”, zegt Van Galen. 

Van Galen bekeek de situatie van 1.300 patiënten uit vijftien ziekenhuizen in binnen- en buitenland. Hieruit bleek dat de dokter vaak niet vraagt of zij wel naar huis kunnen. “Meestal is het een mededeling: u mag naar huis, want u bent volgens ons beter. Maar de arts vraagt vaak niet of dat eigenlijk wel kan”, stelt de onderzoekster. 

Hierdoor worden patiënten vaak ‘te snel’ naar huis gestuurd.


Luisteren

Er werd ook niet altijd naar de patiënt geluisterd wanneer zij vertelden dat ze nog niet klaar waren voor ontslag, zo concludeerde Van Galen. 

“Als een patiënt thuis de trap niet op kan komen, kan het weer misgaan. Wanneer de arts op de hoogte is, kan hij zorgen dat er een bed op de begane grond wordt geplaatst”, stelt de onderzoekster.

Zo combineer je haring: uitje bij de vis is ‘barbaars’

Volgens haringkenner Huib Stam, die onder meer een boek over de vis schreef, kan een uitje beter achterwege worden gelaten om de smaak van de haring optimaal te kunnen beleven. “Het aroma van haring is delicaat. Met een snippertje ui gaat de specifieke smaak verloren.”

“Ui werd vroeger bij de haring geserveerd om de bederfsmaak te maskeren. Toen bestonden er nog geen koelkasten. We zijn het inmiddels gewend, maar eigenlijk vind ik het barbaars om ui bij de haring te eten. Hoewel de smaken wel goed bij elkaar passen: het sterke van de ui past bij haring. Ik vind het ook niet erg om te eten, maar je mist dan wel de typische smaak van de vis. Dus mijn tip: laat de ui weg bij de haring, als een eerbetoon aan de traditie.”

Miranda Bernáth van restaurant De Nieuwe Koningin in Haarlem, waar nu meerdere gerechten met de vis geserveerd worden, eet de haring juist liever wel met wat ui. “Smaken verschillen natuurlijk, maar ik eet ‘m liever niet ‘puur’.”


Oudemensenproduct

Hollandse Nieuwe heeft volgens Stam geen trendy imago. “Het is toch meer een oudemensenproduct. Haring is uniek, ik ken geen product dat er op lijkt.”

Toch merkt hij wel een link op tussen haring en een huidige culinaire trend: fermentatie. “Haring is namelijk een licht gefermenteerde vis. De vis wordt gevangen, gekaakt (waarbij een deel van de ingewanden en de kieuwen weggesneden worden, red.) en ingezouten. Dit laat je een etmaal staan. Het ‘vlees’ van de vis bederft en enzymwerking treedt in en dus ook de fermentatie. Dit proces stopt wanneer je de vis invriest.”

De fermentatie zorgt voor de kenmerkende smaak van haring. “Die herken je echt aan een diepe, ziltige, bouillonerige umami-smaak”, stelt Stam. “Een hele specifieke smaak”, zegt Bernáth.  “Je lust het, of je lust het niet.”

“De smaak van haring is heel kwetsbaar. De vis is gevoelig voor temperatuurverandering. Hij smaakt het best vers schoongemaakt door de visboer, dat maakt het daardoor een onhandelbaar product”, zegt Stam. “Haring uit de supermarkt is minder vers en kun je daarom niet beschouwen als dezelfde delicatesse als haring van de visboer.” Bernáth vindt de haring uit de supermarkt prima voor thuis. “Ik heb nog nooit gehad na het eten van een supermarktharing: dat eet ik nooit meer”, vindt ze. “Maar bij de visboer speelt de beleving natuurlijk een hele grote rol.” 


Lastig

Het unieke karakter van haringaroma zorgt er volgens de haringkenner voor dat de vis lastig te combineren is met andere producten. “Zo past er bijvoorbeeld niet een specifieke wijn bij haring. Als ik een wijn zou moeten uitkiezen, dan is het een sherry of een wijn met een minerale, kiezelige smaak, of een korenwijn. Wodka past ook bij haring, maar dat past bijna overal wel bij natuurlijk.”

“Het is inderdaad niet makkelijk maar echt wel mogelijk om een passende wijn bij haring te vinden”, zegt Bernáth. “Een witte wijn, zeewindfris, laag in alcohol en met een lichte sprankeling, bijvoorbeeld een Grüner Veltliner of een Vinho Verde. Die zijn heerlijk en erg verfrissend door de piepkleine belletjes en lichte tinteling.”

Als haring dan toch gecombineerd moet worden met een gerecht, dan raadt Stam een zelfgemaakte aardappelsalade aan. “Met wat lenteui, azijn, kruiden als dille en peterselie en een zurige vinaigrette en wat mosterd.”

Bernáth serveert elke dag daggerechtjes buiten de kaart om. Dat zijn gerechtjes buiten het seizoen, waaronder de Hollandse Nieuwe. “De haring komt elk seizoen weer terug, net als asperges. Het maakt mensen blij dat de vis er weer is, het voelt als een feestje.”

De vis is bovendien zeer gezond. Haring bevat veel kalium, fosfor, vitamine D, -B2 en -B6. Het Voedingscentrum adviseert om eenmaal per week bij voorkeur vette vis te eten. Onder meer haring wordt hierbij genoemd als goede keuze.

De haring wordt dagvers geleverd aan het restaurant. “We nemen de haring zoals ‘ie is, daar wordt dan onze creativiteit op losgelaten. De haring wordt zo rauw en vers mogelijk bereid. Bijvoorbeeld als tartaar, of met een rode bieten-pesto, het zoete daarvan combineert goed met de ziltige haring. Of in een soep met tuinerwten. Met dit soort gerechten proberen we mensen op een idee te brengen.”


Sushi

Voor haringliefhebbers die eens wat anders willen dan de vis op een broodje, heeft ze wat tips paraat. “Je kunt haringtartaar makkelijk zelf maken, door ‘m fijn te snijden. Door middel van een stekertje maak je gemakkelijk een mooi rondje haring op het bord, dat ziet er gelijk al mooi strak uit.”

“En je kunt de haring op roggebrood doen. Het zure van dit brood sluit goed bij de vis aan. Een wit bolletje is zonde van de haring. Je kunt ook een frisse salsa maken van augurk, ui en tomaat en die bij de vis serveren, heel lekker. Je krijgt dan weer een andere haring zoals je ‘m al kent. Thuis wordt haring toch vaak op de geijkte manier gegeten, maar je kunt er zo veel meer mee variëren.”   

Ook merken Bernáth en de chef in haar restaurant op dat haring vaker opduikt bij sushi. “Dat vinden mensen vaak verrassend. Lekker met wat mierikswortel en radijs.”

‘Heropname ziekenhuis kan eenvoudig voorkomen worden’

Dat blijkt uit een promotieonderzoek van Louise van Galen van het VUmc. Een op de tien patiënten, vooral 70-plussers, ligt na ontslag binnen dertig dagen weer in het ziekenhuis, met volle ziekenhuizen als gevolg. 

Jaarlijks worden er 1,7 miljoen Nederlanders in het ziekenhuis opgenomen, waarvan 10 procent binnen een maand na ontslag weer terugkeert. “Door betere communicatie aan het bed denken wij dat circa 50 procent van deze heropnames voorkomen kan worden”, zegt Van Galen. 

Van Galen bekeek de situatie van 1.300 patiënten uit vijftien ziekenhuizen in binnen- en buitenland. Hieruit bleek dat de dokter vaak niet vraagt of zij wel naar huis kunnen. “Meestal is het een mededeling: u mag naar huis, want u bent volgens ons beter. Maar de arts vraagt vaak niet of dat eigenlijk wel kan”, stelt de onderzoekster. 

Hierdoor worden patiënten vaak ‘te snel’ naar huis gestuurd.


Luisteren

Er werd ook niet altijd naar de patiënt geluisterd wanneer zij vertelden dat ze nog niet klaar waren voor ontslag, zo concludeerde Van Galen. 

“Als een patiënt thuis de trap niet op kan komen, kan het weer misgaan. Wanneer de arts op de hoogte is, kan hij zorgen dat er een bed op de begane grond wordt geplaatst”, stelt de onderzoekster.